Het is alweer tijd voor de derde editie van ‘Vrijwilliger van de maand’ en deze keer is het de beurt aan Sander Hooykaas (58). Zijn twee zoons, Mathijs en Tristan, spelen al een tijdje bij VVV en sinds ongeveer anderhalf jaar is Sander zelf ook lid. Hij is coach van het zesde jeugdteam, waarin Spike Kloosterman, Mick Waasdorp en zijn oudste zoon Mathijs zitten. Ook Sander hebben we weer een aantal vragen voorgelegd.


PERSONALIA
Naam en voornamen: Alexander Reinier Hooykaas
Roepnaam: Sander
Geboortedatum: 4 oktober 1958
Woonplaats: Voorburg
Burgerlijke staat: Getrouwd met Sandra, twee kinderen (Mathijs en Tristan)





OVER VVV

Waarom ben je vrijwilliger bij VVV en wat doe jij allemaal voor VVV?
“Ymke heeft mij een aantal jaar geleden gevraagd om te coachen. Uit ervaring weet ik dat het lastig is vrijwilligers te vinden om bijvoorbeeld kinderen te coachen of naar uitwedstrijden te rijden en omdat het mij leuk leek om dat te doen, ben ik er op haar verzoek in gegaan. Nu ben ik jeugdcoach van het zesde team, waarin ook mijn zoon Mathijs zit.”

Wat zou je binnen VVV anders willen zien?
“Ik zou het wel fijn vinden als er bij de jeugd per team getraind zou worden. Nu gaan teamgenoten vaak op verschillende dagen en je merkt dat er soms weinig teamgevoel is. Ik vraag soms ook wel aan mijn kinderen waarom ze niet als team afspreken om op een bepaalde dag samen te trainen. Met Whatsapp is dat toch makkelijk te regelen? Maar het komt er dan toch niet van. Verder heb ik niets te klagen hoor, ik vind VVV een erg gezellige club waar veel georganiseerd wordt. De kinderen werden snel opgenomen in de groep en zelf vond ik ook wel makkelijk aansluiting. Ik heb zelf jaren getennist en op die clubs gaat het er vaak wel anders aan toe. Daar word je vooral beoordeeld op je prestaties en tel je eigenlijk pas mee als je wedstrijden gaat winnen.”


OVER TAFELTENNIS

Speel je zelf ook tafeltennis? Zo ja: hoelang al, speel je competitie en met wie?
“Mijn kinderen hebben in 2014 meegedaan met Tablestars the Battle en zijn daarna lid geworden. Eerst hebben ze een tijdje getraind en daarna zijn ze competitie gaan spelen. Het team van Mathijs werd het eerste half jaar gecoacht door Sonja, daarna heb ik het tweede half jaar gedaan. Sinds ongeveer anderhalf jaar speel ik zelf ook. Ik heb eerst alleen getraind, op woensdag en zondag. Sinds september zit ik in UBT-team 3, samen met Hans en Ronald Polman en Charles van Lochem. Ik train nu meestal één keer in de week, met de wedstrijdavond erbij vind ik dat ook wel genoeg. Het UBT-wereldje is vrij klein en je komt op speelavonden vaak dezelfde mensen tegen. Toen ik me had aangemeld, werd ik zelfs per mail welkom geheten, dat vond ik wel bijzonder.”

Wat voor soort speler ben jij?
“Eigenlijk ben ik van alles een beetje, een allrounder dus. Een counterpuncher werd ik bij tennis genoemd. Ik geef zelf niet veel vaart aan de bal, maar gebruik de snelheid van de ballen van de tegenstander om ze met meer vaart terug te slaan.”

Kun je goed tegen je verlies?
“Ja dat kan ik wel. Ik heb twee oudere broers, dus dan leer je in je jeugd wel wat verliezen is. Na afloop van een wedstrijd, ook als ik verloren heb, vind ik het gezellig om wat te drinken met de tegenstander. Als hij beter was, dan moet je je verlies accepteren en het proberen volgende keer beter te doen. Maar ik geef nooit op en ik geef ook niets weg. Ook als je met 10 - 0 achter staat, kun je tenslotte nog winnen. Als je niet wilt winnen, hoef je eigenlijk geen competitie te spelen, vind ik. Het gaat natuurlijk ook om de teamspirit, je doet je best ook voor elkaar.”


OVER ANDERE ZAKEN

Wat doe je in het dagelijks leven?
“Ik ben tandartsdocent aan het ACTA, het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Dit is een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit (VU) en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Na het gymnasium wist ik nog niet zo goed wat ik wilde en heb ik eerst een jaar Scheikunde gestudeerd. Dat vond ik eigenlijk niks en er was ook weinig werk in te vinden. Toen ben ik overgestapt naar Tandheelkunde, daarmee was de kans op een baan een stuk groter. Die studie duurde zes jaar en daarna heb ik 25 jaar een eigen praktijk in Voorburg gehad. In 1998 ben ik parttime gaan doceren, toen gaf ik twee dagen per week les en werkte ik drie dagen in mijn praktijk. In 2011 ben ik met deze praktijk gestopt en nu geef ik vier dagen per week les en werk ik nog een halve dag in een praktijk. Ik vind het wel fijn om hier nog een beetje feeling mee te houden.”

Wat zijn je beste eigenschappen?
“Ik ben wel vrolijk ingesteld, sociaal, vergevingsgezind, redelijk relaxed en ongecompliceerd.”

Wat zijn je slechtste eigenschappen?
“Ik praat nogal veel… Volgens mij is dat een beetje een ‘oudere-mannenkwaal’, op mijn werk merk ik dat ook. Hoe ouder mannen worden, hoe meer ze gaan praten. En ik ben vrij driftig, kan soms snel boos worden maar dat is ook snel weer over.”

Wat zijn je hobby’s?
“Ik ben wel een natuurliefhebber. Ik ga er graag op uit, vogels kijken. Mijn oudere broer doet dat ook, daar heb ik het ook van. Straks ga ik op vakantie naar Kos en dan gaat de verrekijker mee, ook daar ga ik vogels kijken. Daarnaast is sport altijd een hobby geweest. Vanaf mijn negende heb ik getennist en gehockeyd. Tot mijn 17^e heb ik op vrij hoog niveau gehockeyd en trainde ik vijf keer per week, maar daar ben ik toen mee gestopt. Daarna heb ik een jaar getafeltennist bij Te Werve in Rijswijk. Dat is een bedrijvensportclub voor mensen die bij Shell werken (mijn vader werkte daar), en ook als familie van een Shell-medewerker kon je daar terecht voor allerlei soorten sporten. Van mijn 17^e tot mijn 40^e heb ik hier ook getennist. Sport kijken vind ik ook leuk. Op tv keek ik vroeger wel vaak naar tenniswedstrijden en nu kijk ik nog naar het Nederlands elftal. Ik vind het ook leuk om naar tafeltennis te kijken, zowel naar de wedstrijden van de jeugd als die van het eerste herenteam.”

Van wat voor muziek hou je?
“Eigenlijk vind ik alles wel leuk, behalve rap. Daar krijg ik hoofdpijn van. Vroeger was ik meer van de Beatles dan van de Rolling Stones, maar nu vind ik het allebei leuk. Ik luister ook vaak naar de radio, meestal naar Sky Radio. Die draaien wel heel vaak dezelfde liedjes, maar dat wat ze draaien, vind ik wel leuk. Behalve Adele dan, dat vind ik niks.”

Wat is je lievelingseten?
“Ik lust alles wel. Vis vind ik altijd wel lekker, in de zomer gaan we ook vaak naar het Haringhuisje in Scheveningen. Ik ben echt een omnivoor, vegetarisch is niets voor mij. Groenvoer is voor cavia’s!”

Wat is je mooiste reis tot nu toe en waar wil je nog een keer heen?
“Zuid-Afrika vond ik wel heel mooi, daar ben ik met mijn broer en een vriend geweest. We hebben daar vijf weken met een camper rondgetrokken, de natuur daar is erg indrukwekkend. Ik ben ook in Australië geweest, dat vind ik ook een heel mooi land maar daar word je soms wel gek van de vliegen. Later ben ik nog met mijn vrouw naar Amerika geweest, ook met de camper. Dat vind ik een fijne manier van reizen, je bent veel minder gebonden dan met een rondreis. Ik zou graag nog een keer naar Zuid-Afrika willen, nu met mijn vrouw en kinderen. Het is heel gaaf om al die dieren in het wild te zien en dat wil ik hen ook graag laten ervaren.”

Wat zou een droom voor jou zijn die uitkomt?
“Ik ben eigenlijk wel een tevreden mens, alleen ben ik niet zo blij met de steeds verder stijgende pensioenleeftijd! Ik heb bewust ook al een hoop reizen gemaakt, je weet nooit of het later nog kan.”

Waar zie je jezelf over tien jaar?
“Dan werk ik nog steeds, maar dan wel minder. Ook tafeltennis ik dan nog, ik weet natuurlijk niet of mijn kinderen dat dan ook nog doen. Waarschijnlijk woon ik dan ook nog steeds in Voorburg. Ik wil sowieso in de Randstad blijven.”